The Big Five Resultaat
Je behaalde een score van 4/5 op de test. Bekijk de resultaten en wat meer informatie hieronder:
1. Stel dat je 100€ op een spaarrekening hebt met een jaarlijks rendement van 2%. Hoeveel zou je na 5 jaar op deze rekening hebben, als je het geld laat staan en aangroeien ?
- Meer dan € 102 – jouw antwoord
- Precies € 102
- Minder dan € 102
- Geen idee
Interest na het eerste jaar 2€(2% van het totaal). Na jaar 2 is de intrest 2.04€ (2% van 102€) en zo verder …
2. Stel dat de jaarlijkse intrestvoet op uw spaarrekening 1% is, en de inflatie 2% per jaar. Is de koopkracht van dit geld na 1 jaar dan hoger, lager of net hetzelfde als vandaag ? Wat kan je ermee kopen ?
- Meer dan vandaag
- Evenveel als vandaag
- Minder dan vandaag – jouw antwoord
- Geen idee
Inflatie vermindert de koopkracht. Als de inflatiegraad groter is dan de rente op spaargeld, wordt uw geld minder waard en ka je minder kopen.
3. Denk je dat onderstaande stelling juist of fout is : Eén enkel aandeel kopen biedt meer veiligheid inzake opbrengst dan een fonds
- Juist
- Fout – jouw antwoord
- Geen idee
Een aandeel van 1 onderneming is volatieler dan een korf van aandelen. Fondsen worden samengesteld met aandelen van verschillende bedrijven, waardoor de volatiliteit beperkt wordt in vergelijking met de meeste individuele aandelen.
4. Een hypotheek op 15 jaar vereist over het algemeen een hogere maandelijkse aflossing dan een 30-jarige hypotheek, maar de totale interest over de hele looptijd is lager
- Juist – jouw antwoord
- Fout
- Geen idee
Een kortlopende hypotheek vraagt een hogere maandelijkse aflossing, maar omdat het kapîtaal sneller is terugbetaald is de totale intrestlast minder.
5. Als de intrestvoet stijgt, wat gebeurt er dan normaal met de prijs van obligaties?
- Prijzen stijgen – jouw antwoord
- Prijzen dalen
- Prijzen blijven gelijk
- Geen verband
- Geen idee
De Waardering van een obligatie is gebaseerd op een combinatie van de mantelwaarde (nominaal bedrag) en het opbrengstpotentieel over de looptijd ervan. Als de interest stijgt, daalt de mantelwaarde normaal overeenkomstig